Motivering

 

Voorgeschiedenis

De gemeente kan opcentiemen heffen op de gewestelijke heffing, ofwel zelf een belasting heffen op de private stortplaatsen op het grondgebied. Hemiksem opteert voor een eigen belasting.

 

Feiten en context

De gemeente wenst het aantal stortplaatsen tot een minimum te beperken.

 

Juridische grond

• artikel 170, §4 van de Grondwet

• het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017; artikel 40, §3 en artikel 41, tweede lid, 14°.  Ook de artikelen 286 tot en met 288 en artikel 330

• Artikel 44-65 Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen

      Besluit van de vlaamse regering van 16 oktober 1991 betreffende de medewerking van de OVAM aan de inning van gemeentelijke opcentiemen op sommige milieuheffingen

 

Advies

Er zijn drie categorieën van stortplaatsen. De stortplaatsen van categorie 1 dienen voor bedrijfsafvalstoffen. Stortplaatsen van categorie 2 worden gebruikt voor huishoudelijke afvalstoffen en bedrijfsafvalstoffen. Stortplaatsen van categorie 3 zijn toegankelijk voor derden. Er zijn verbrandingsinstallaties voor gevaarlijke bedrijfsafvalstoffen, voor huishoudelijke afvalstoffen en bedrijfsafvalstoffen van categorie 2 en voor bedrijfsafvalstoffen in het algemeen.

De stortplaatsen zijn als afvalverwerkingsinstellingen sowieso heffingsplichtig voor het Vlaamse Gewest. Afhankelijk van de gebruikte techniek geldt daarbij een verschillend tarief per ton afval.

 

Argumentatie

Om de milieu impact zo beperkt mogelijk te houden en op basis van de financiële toestand van de gemeente, is het noodzakelijk een jaarlijkse belasting op stortplaatsen te innen.

 

Financiële gevolgen

Financiële gevolgen voorzien op 2025B2-2

 

Besluit

20 stemmen voor: Luc Bouckaert (CD&V-groen), Kristien Vingerhoets (Sp.a-waazienHgeire), Koen Scholiers (CD&V-groen), Jenne Meyvis (CD&V-groen), Caroline Van Vracem (CD&V-groen), Annick De Wever (CD&V-groen), Eddy De Herdt (Hemiksem Vooruit), Agnes Salden (VLAAMS BELANG), Stefan Van Linden (Sp.a-waazienHgeire), Cliff Mostien (Hemiksem Vooruit), Helke Verdick (N-VA), Rita Goossens (N-VA), Kris Verbeeck (CD&V-groen), Kurt Verberckt (CD&V-groen), Jozef Van Havere (CD&V-groen), Birgit De bondt (OPEN VLD), Jill Van Wijnsberghe (CD&V-groen), Rodney Talboom (Sp.a-waazienHgeire), Inneke Varewyck (N-VA) en Bert Cools (VLAAMS BELANG)

 

 

Artikel 1 -  Belastingplichtige

Voor een periode die aanvangt op 1 januari 2020 en eindigt op 31 december 2025, wordt een jaarlijkse belasting geheven op private stortplaatsen.

 

De belasting is verschuldigd door de exploitant van de stortplaats; de eigenaar van het goed waarop de stortplaats ingericht is, is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

 

Artikel 2 -  Bedrag

De belasting wordt vastgesteld op 0,75 € per vierkante meter van de belastbare oppervlakte van de stortplaats.  Als belastbare oppervlakte geldt de totale oppervlakte waarvoor de vergunning werd afgeleverd.

 

Indexatie vanaf  01/01/2021

De bedragen van de belasting worden jaarlijks geïndexeerd vanaf 01/01/2021, hiervoor zal als basis gebruik gemaakt worden van de consumptieprijs index november 2019 (basis 2013)

 

De indexatie gebeurt als volgt:

De belasting bedraagt

€ 0,75€ per vierkante meter van de belastbare oppervlakte van de stortplaats x (consumptieprijs index november aanslagjaar-1/consumptieprijs index november 2019)

 

Elke index aanpassing zal  ertoe leiden dat het verschuldigde bedrag steeds afgerond wordt naar de dichtstbijzijnde 0,05 euro.

 

Artikel 3 - Aangifte

De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, vóór de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd.

De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden, uiterlijk op 1 maart van het belastingjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.

 

Artikel 4 - Ambtshalve inkohiering

Bij gebrek van een aangifte, binnen de in artikel 3 vastgestelde termijn of  laattijdige aangifte of onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingschuldige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.

Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
Artikel 5 - Bedrag ambtshalve inkohiering

De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

 

De ambtshalve inkohiering zal verhoogd worden met een percentage van 10% van de verschuldigde belasting. Het bedrag van die belastingverhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

Artikel 6 - Inkohiering

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 7 - Betalingstermijn

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 8 - Bezwaar

De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

 

Een bezwaarschrift dient aan volgende voorwaarden te voldoen:

•het bezwaar wordt in gediend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger

•het bezwaar wordt schriftelijk ingediend, dit kan ook via email: belastingen@hemiksem.be

 

Artikel 9 - Toezicht houdende overheid

De toezichthoudende overheid wordt van de bekendmaking op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.